Thursday 26 December
Weerman Jannes Wiersema
Een hoogtetrog ligt boven de Noordzee en Nederland en strekt zich verder uit tot boven het centrale Middelandse-zeegebied. Aan de grond ligt een complex laag boven onze omgeving met diverse kernen. Een kern boven Noord-Nederland trekt oostwaarts en verlaat in de loop van de ochtend het noordoosten. Een andere kern trekt vanaf de Zuidelijke Noordzee richting Zeeland en trekt vanochtend zuidoostwaarts naar België. Vanmiddag bouwt een rug zich op, zowel aan de grond als in de bovenlucht en treedt enige stabilisatie op. In de nacht naar vrijdag nadert vanuit het zuidwesten een actief frontaal systeem behorende bij een diep oceaan-laag nabij Ierland. Het occluderende frontale systeem ligt om vrijdag rond 06 UTC tegen het zuidwesten en trekt in de loop van vrijdag slechts langzaam noordwaarts ten gevolge van in-draaiing in het genoemde laag bij Ierland dat een zuidoostwaartse koers inzet.
De modellen hebben grote moeite met de mesoschaal structuren in de polaire lucht. Eigenlijk geven de grofschalige modellen de algemene patronen beter weer dan de fijnmazige varianten zoals Harmonie en zijn daarom een betere leidraad. Met freezing levels tussen 1000 en 2000 voet is er gerede kans op een winterse component. We zien dit vooral gebeuren in intensievere neerslag, daar gaat de natte-boltemperatuur nul nadert kan het even sneeuwen en tijdelijk wit worden. Voor komende uren lijkt de kans het grootst boven Friesland en Drenthe en voor vanochtend wellicht de Limburgse heuvels op de kop van het andere kerntje.
Vandaag is het overwegend bewolkt met hier en daar een (winterse) bui. De middagtemperatuur ligt rond een graad of 7. De wind wordt overal noordwest en is matig, in de avond draait de wind naar zuid.
In de nacht naar vrijdag neemt de bewolking van het zuidwesten uit steeds verder toe. Landinwaarts kan het mogelijk eerst nog glad worden door bevriezing. Aan het einde van de nacht gaat het in Zeeland regenen. De minima lopen uiteen van net onder nul in het oosten tot +4 graden aan de zuidwestkust. De wind draait naar het zuidoosten en neemt toe naar matig tot vrij krachtig, aan de westkust naar krachtig.
Vrijdag overdag trekt de neerslagzone noordoostwaarts. Dieper landinwaarts valt er eerst (natte) sneeuw. Dit neerslaggebied verlaat in de avond het noorden, maar tegelijkertijd bereikt een ander neerslaggebied het zuidoosten en oosten. Ook hier kan (natte) sneeuw vallen. De maxima liggen tussen 4 graden in het noordoosten en 6 graden in het zuidwesten. In sneeuw daalt de temperatuur naar circa 1 a 2 graden. De zuidoostenwind is matig tot vrij krachtig, aan de noordkust krachtig. Van het zuidwesten uit begint de wind al af te nemen en in de avond wordt de wind hier zwak en veranderlijk.
Het aandachtsgebied heeft te maken met een grote meandering van het polaire front. Dit heeft te maken met een diepe hoogtetrog met een grote uitgestrektheid van de Noorse Zee tot aan het Middelandsezee gebied. Hierdoor bevindt het aandachtsgebied zich diep in de polaire lucht. In de loop van de volgende week zien we het genoemde patroon wat oostwaarts verschuiven. Hierdoor lijkt het aandachtsgebied wat meer onder invloed van een hoogterug te komen.
Wisselend bewolkt, fris en enkele buien, soms met een winters karakter. In de nachten kans op lichte vorst.
donderdag 10 maart tot en met donderdag 17 maart
Waarschijnlijk overgang naar een wat rustiger weertype met afnemende neerslagkansen en stijgende maxima.
Het patroon van de diepe hoogtetrog zien we breed terug in het Ensemble. We zien dit ook terug in de kaarten voor de temperatuur anomalie voor week 1. We zien een duidelijke negatieve anomalie, samenhangend met de polaire lucht. Ook de transitie naar de “Rug-invloed” zien we terug. Ook voor die periode lijken temperaturen nog onder normaal te liggen. Kijken we naar de clustering van het EC dan zien we tot het einde van de operationele run-tijd een sterke voorkeur voor een geblokkeerd stromingspatroon. Of dit nu veroorzaakt wordt door een diepe trog of een sterke rug is op voorhand lastig aan te geven. De clusters vertonen voorkeur voor de rug. Echter van een zonaal stromingspatroon is duidelijk even geen sprake.
